Naar een duurzame landbouw
Ik ben in 1970 als akkerbouwer begonnen. Door het onderkennen van de problemen met kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen ben ik toegegroeid naar de biologische landbouw. In 2001 heb ik mij aangemeld om biologische producten te telen en te verkopen. In 2017 ben ik gestopt en met pensioen gegaan.
Het overspringen van infecties van dier op mens heeft te maken met het muteren van het coronavirus. Voor dit nieuwe virus was geen medicijn beschikbaar, waardoor het zo heftig om zich heen heeft kunnen grijpen. Dit is voor mij heel herkenbaar. Door gewassen op grote percelen en veel dieren in een stal te plaatsen, kunnen gemuteerde organismen zoals virussen zich snel en massaal uitbreiden. Door bestrijdingsmiddelen te gebruiken worden virussen, bacteriën, aaltjes, insecten en (on)kruiden hier op den duur immuun voor, waardoor telkens weer nieuwe sterkere middelen ontwikkeld moeten worden. Het gevolg is dat de natuur op en naast de akkers en dus ook de biodiversiteit sterk verslechterd. In mijn ogen is dit een vicieuze cirkel waar we nooit uitkomen, zoals ook hoogleraar Pim Martens onlangs in De Limburger betoogde.
Precisielandbouw
Gelukkig zijn er alternatieven. Naast biologische landbouw zijn er diverse technieken om zonder of met weinig gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen te werken om de biodiversiteit weer terug te krijgen. Door precisielandbouw kun je smallere percelen maken, waardoor nuttige insecten gemakkelijker andere schadelijke insecten kunnen bestrijden. Ook plagen zoals virussen en bacteriën krijgen zo minder kans om gewassen aan te tasten. Je kunt bijvoorbeeld zes of meer gewassen op stroken naast elkaar zaaien of planten en die jaarlijks afwisselen.
Lobby
Het internationale bedrijfsleven is evenwel niet geïnteresseerd in oplossingen die biologisch voor de hand liggen, omdat deze geen geld opleveren voor de aandeelhouders. De lobbyisten van deze concerns verhinderen dat deze nieuwe milieuvriendelijke inzichten doorbreken. De focus ligt uitsluitend op efficiëntie, rendement en schaalvergroting. Met de draagkracht van de aarde wordt geen rekening gehouden.
Ik sta daarom ook achter de protesten van de boeren bij de supermarkten, omdat de prijs die ze voor hun producten krijgen te laag is. Daarnaast is de prijs van gangbare producten ten opzichte van de biologische producten veel te laag, omdat een aantal kosten van de grootschalige landbouw door de samenleving betaald worden, zoals:– de kosten die waterleidingsbedrijven moeten maken om schoon drinkwater te leveren; – de energie die nodig is om kunstmest en bestrijdingsmiddelen te produceren. Dit vraagt gigantisch veel energie met als gevolg veel CO2-uitstoot, waardoor de landbouw een grote bijdrage levert aan de klimaatcrisis.
Haalbaar
Toch ben ik in het geheel genomen niet pessimistisch, omdat er de laatste tijd veel artikelen geschreven worden over de veranderingen die nodig zijn. Veel collega’s en ik hebben bewezen dat het praktisch en financieel haalbaar is biologisch voedsel te produceren, alleen zal de omschakeling niet in enkele jaren plaats kunnen vinden. Ook een aantal gangbare boeren heeft reeds stappen in de goede richting gezet. Maar er zal nog heel veel moeten veranderen in de landbouw, de industrie en het bedrijfsleven om de biodiversiteit in de wereld terug te krijgen. Ook maatschappelijk moet er nog het nodige gebeuren. Zo zal de consument zich bewuster moeten worden van wat hij in de winkel koopt. Want alleen door duurzaam geproduceerd voedsel te kopen, draagt deze bij aan herstel van de biodiversiteit – anders niet
Norbert Huijts woont in Voerendaal.
Zie website en blog www.kasteelhoeveputh.nl/blog