Maandelijks archief: december 2021

Kweekvlees is geen oplossing

Onlangs stond in de krant dat acteur Leonardo DiCaprio de kweekvleesburger omarm ten wil ondersteunen. Ankie Hoefnagels sprak in een column steun uit voor dit initiatief, omdat zij zich grote zorgen maakt over de huidige milieubelastende veehouderij,
onder andere met het oog op de toekomst van haar kleinkinderen.
Dat er al jaren door wetenschappers en bedrijven wordt toegewerkt naar grootschalige productie van kweekvlees is een interessante ontwikkeling. Vanuit mijn ervaringen als biologische akkerbouwer laat ik daar graag een wat ander licht op schijnen in de bredere context van het streven naar een meer duurzame toekomst en gezonde voeding.
Laat ik beginnen met te zeggen dat ik mij ook grote zorgen maak over het milieu als het zo doorgaat met de voedselproductie
zonder dat stevige milieumaatregelen worden genomen, zeer zeker met het oog op de toekomst van mijn kleinkinderen.
Je hebt echt geen vlees nodig, laat staan kweekvlees, om voldoende eiwittenen andere voedingsstoffen binnen te krijgen.
Ik vrees dat ‘cosmetische maatregelen’ naar voren worden geschoven die kwalitatief noch kwantitatief oplossingen bieden voor de grote vragen waar we voor staan bij onze voedselproductie, zoals het verminderen van het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen in de landbouw.
Kweekvlees wordt gemaakt uit stamcellen die op kweek worden gezet in een groeivloeistof die bestaat uit water, suikers, aminozuren, vetten, vitamines en mineralen. Stamcellen kunnen uitgroeien tot nieuw spierweefsel, ofwel vlees. Industrieel geproduceerd.
kweekvlees is geen circulair product. Bovendien is voor grootschalige productie van kweekvlees veel energie nodig.

Biodiversiteit
Terrein beherende instanties zoals Het Limburgs Landschap gebruiken runderen,schapen en geiten om het landschap divers te houden. Daarmee creëren ze open en gesloten landschappen met als resultaat een veel grotere en fascinerende biodiversiteit.
Natuur beherende organisaties leveren op deze manier een positieve bijdrage aan de biodiversiteit en ook aan het klimaat.
Het vlees van deze dieren eten is geen aanslag op de biodiversiteit en het klimaat.
Maar consumenten kunnen beter overstappen op een menu met minder vlees en zoveel mogelijke regionale (biologische) groenten kopen en deze onbewerkte producten zelf klaarmaken. Dat is simpeler en kost minder vervoer en energie. Je hebt echt geen vlees nodig, laat staan kweekvlees, om voldoende eiwitten en andere voedingsstoffen binnen te krijgen. Wil je toch vlees eten, doe dat dan met mate en koop vlees van natuur beherende organisaties, biologische bedrijven of extensief gangbare veeteeltbedrijven.
Een rapport van de Universiteit Wageningen toont aan dat de biologische melkveehouderij 70 procent minder stikstof uitstoot dan de gangbare melkveehouderij die hier lering uit kan trekken. De hoeveelheid kunstmest (met stikstof) zal voor sommige bedrijven flink omlaag kunnen; kruidenrijk grasland kan een grote bijdrage leveren aan een stabiele koolstof stikstof verhouding.
Het gebruik van sojabonen uit Zuid-Amerika voor eiwitrijk krachtvoer kan worden afgebouwd. Plantenteelt voor humane en dierlijke voeding kan het beste in West-Europa plaatsvinden.

Circulaire productie
Circulaire productie past het beste in de regio. Samenwerking tussen akkerbouwers en
veehouders zal gestimuleerd moeten worden om regionale circulaire productie te laten
plaatsvinden net zoals vroeger gebeurde in het gemengd bedrijf.
De akkerbouw en veehouderij kunnen voor zover ze het niet al doen beginnen met het
integreren van biologische methodes waardoor ze minder kunstmest en
bestrijdingsmiddelen nodig hebben.
Kweekvlees kweekt vooral te hoge verwachtingen en leidt af van de roep om, en de
noodzaak tot, grote inspanningen en investeringen in het verduurzamen van onze
voedselproductie op biologische grondslag.

Norbert Huijts uit Voerendaal is voormalig biologische akkerbouwer.

Aanvulling op dit artikel.
Er ligt voor de totale landbouw ( Veehouderij, akkerbouw, groenteteelt en kassenbedrijven) een opdracht om de uitstoot van gassen uit de landbouw, die opwarming van de atmosfeer van de bevorderen, te verlagen naar een niveau van evenwicht.
De biologische bedrijven die het meest de evenwicht situatie benaderd zijn op dit moment met een 4 % een klein deel van de totale landbouwbedrijven. Als dit in 2030 een 10 % zal zijn ben ik al blij. Voor de bedrijven die met synthetische middelen werken zijn de doelstelling lijkt mij ook haalbaar.
Ik ben lang genoeg gangbaar boer geweest om te kunnen inschatten wat op dit moment de mogelijkheden zijn om naar een evenwicht situatie toe te werken.
Vanaf 1985 zijn er vele projecten geweest waaraan ik ook heb deelgenomen. In die periode is de negatieve invloed van de deelnemende bedrijven flink verlaagd.
De kennis en de ervaringen op de proefbedrijven van de WUR (Wageningen Universiteit) is in de laatste 20 jaar door ontwikkeld, inclusief de ontwikkelingen op de landbouwbedrijven zelf. Daarbij zijn de technische ontwikkelingen ook verder gegaan.
De satelliet besturing op de trekkers maakt het mogelijk om de percelen over de jaren heen kleiner te maken zodat over de jaren heen op alle percelen een gewasrotatie kan worden aangehouden die op deze kleinere percelen een grotere biodiversiteit bevorderen. Door gangbare bedrijven kan b.v. op spuitbaan breedte banen gemaakt worden die over de jaren heen exact op dezelfde plaats liggen.
Het is/wordt mogelijk om ziekten en plagen met synthetische middelen te bestrijden op de plekken in het perceel waar deze zich voordoen, daardoor zijn minder bestrijdingsmiddelen nodig. Op de plekken waar niet gespoten is neemt de weerbaarheid tevens toe.

Door de landbouw zal een stappenplan gemaakt moeten worden op welk niveau en wanneer ze met de stappen de doelen willen bereiken.

Op dit gangbare bedrijf wordt al enkele jaren op spuitboom breedte gewerkt. De biodiversiteit is in deze periode zichtbaar gegroeid.